De Hammijn

Kaart concessie Hammijn

it is een steenkoolconcessie in het Hamdal (Kerkrade) in bezit van de Bergwerkvereniging. De concessie ligt op de plaats van de huidige spoordam langs het Hamdal en wordt voor 1862 verleend, daar in 1862 de ontginning start van de steenkoolconcessie. De steenkoollaag ligt op dat punt slechts 20 meter onder het aardoppervlakte. Om onbekende redenen wordt deze onderneming geen succes. Wanneer de Miljoenenlijn wordt aangelegd verdwijnt deze schacht gedeeltelijk onder de spoordam. De Hammijnstraat is naar deze mijn genoemd.

Schacht Ham I

De Hamschacht gebouwd op de concessie “Willem”. In juni 1862 werd door de Nederlandse Bergwerkvereniging een begin gemaakt met het afdiepen van een mijnschacht op de “Willem” concessie in het gehucht Ham, in de gemeente Kerkrade. Wegens de grote wateroverlast, werd dit afdiepproject reeds in oktober 1862 gestaakt.

Algemeen-Handelsblad-06-05-1886

Voor een nieuw begin, dat tot december 1870 duurde, begon men een onderzoekschacht, met een doorsnede van drie en een halve meter, af te diepen. Op 42 meter diepte werd het werk, ten gevolge van de grote watertoevloed, gestopt. In 1878 werd weer een nieuwe poging ondernomen, waarna op 51 meter onder het maaiveld de eerste steenkolenlaag, van zo’n meter dik, werd aangetroffen.

Tot 1870 was er in de concessie “Willem” niets meer veranderd. In december van dat jaar begon men maar weer eens opnieuw in de Ham, in de buurt van het eerste boorgat. Er werd een onderzoeksschacht van drie meter vijftig doorsnede afgediept, met de bedoeling, om zodra men de eerste kolenlaag had bereikt, de richting en helling en de hoedanigheid van de gevonden steenkolen, nader te onderzoeken, teneinde daardoor een juiste waardering van het concessieveld te kunnen bepalen. Ruim een jaar later liep het weer mis.

Op 42 meter diepte moest het werk, ten gevolge van de grote watertoevloed, gestaakt worden, tot dat er op het werk een “locomobiel” voor de aandrijving van de waterpompen was geplaatst. Nadat deze locomobiel in bedrijf was genomen, hoopte men zonder stoornissen de eerste en tweede kolenlaag te bereiken. De capaciteit van dat stoomwerktuig bleek echter niet groot genoeg te zijn. Deze locomobiel werd vervangen door een tweede, die ook al niet voldeed, want tot twee keer toe moest het werk worden gestaakt omdat de ketel lekte.

De gevolgen hiervan waren; dat de concessionarissen (blijkbaar ontmoedigd door al die tegenspoed) overwogen om de hele zaak op te geven en onderhandelingen aan te knopen, om beide concessies “Willem” en “Sophia” van de hand te doen.

De Standaard 04-04-1879

De-Tijd-23-03-1882

Het nieuws van de dag 05-04-1883

Later bleek dat men op 67 meter diepte een steengang van 20 meter had uitgezet. Het einde van de steengang verliep door de kolenlaag, die men in de schacht op 51 meter diepte, met een helling van 20 graden had aangetroffen. Vanuit dit eindpunt waren 2 galerijen van zo’n 100 meter gedreven. Eén in de noordelijke en de andere in zuidelijke richting.

Maar toch werd in 1878 weer een poging ondernomen om deze schacht alsnog verder af te diepen. Op 51 meter onder het maaiveld, was de eerste kolenlaag aangetroffen van ongeveer 1 meter dikte, laag “Steinknipp”.

In 1881 werd, door de slechte tijd die er toen heerste, waardoor een kolencrisis ontstond met nog het overvloedige water waar men mee te maken had, gestopt. Waarna de Bergwerkvereniging in 1881 failliet werd verklaard en de concessies “Willem” en “Sophia” samen met hamschacht I, te koop werden aangeboden. Van de werklieden bedroeg toen het gemiddelde loon, per 10-urige werkdag, fl.1,61. Dit was ongeveer fl. 0,16 per uur. (Bron en foto's: Herinneringen aan de mijn Willem-Sophia, van dhr. Frans Pilipiec)

Algemeen-Handelsblad-27-08-1884

De Hammijn

De Hammijn

Het schachtgebouw

De schachtbok was uit hout gebouwd. De stoom aangedreven ophaalmachine stond in de bovenverdieping aan de achterkant van het schachtgebouw. Er werd door de ophaalmachinist hout naar beneden en kolen naar boven vervoerd. Deze kolen werden in het schachtgebouw in een kar geladen en verder per paard vervoerd naar hoeve “De Bril”. De hoeve met daarnaast een café, werd toentertijd bewoond door Houben. Vanuit dit café werd dan voor een bedrag aan geld, deze kar met kolen, met twee paarden in een voorspan, de berg opgetrokken naar Kerkrade centrum of naar Heerlen toe. Aan de achterkant van het schachtgebouw was ook nog een benedenwoning Hammijnstraat nr. 50). Hier heeft tussen 1916 en 1921 ook nog een gezin gewoond.

De schachtbok was gebouwd uit hout. De twee buizen die op de muur zijn bevestigd, dienden voor de afvoer van het regenwater, dat op de vloer in het gebouw werd opgevangen. De ingang is tijdens het buiten bedrijfstellen van de mijnschacht kleiner gemaakt.

Dit kruisbeeld (foto rechts) uit 1880 dat nu op de kruising hamweg, voor de boerderij is geplaatst, had vroeger nabij de schacht Ham I, aan de voet van het “Miljoenenlijntje” gestaan. De inwoners van het gehucht gingen bij dit kruisbeeld bidden. (Bron: Herinneringen aan de mijn Willem-Sophia, van dhr. Frans Pilipiec)

Kruisbeeld

De Hammijn

Cranenweyer

De Cranenweyer is een stuwmeer in de Anstelvallei in Kerkrade. Halverwege de 20e eeuw lozen de steenkoolmijnen in Kerkrade hun vervuilde afvalwater in de omliggende beken. Zo ook de Hammijn en de Domaniale Mijn. Zij gebruiken hiervoor de Anstelerbeek. Na de mijnsluitingen worden activiteiten ontplooid om de omgeving een beter aanzien te geven. Een van die activiteiten is de aanleg van een wandelgebied waar dit stuwmeer deel van uitmaakt.

Vlak voor Eygelshoven wordt een stuw gebouwd in de Anstelerbeek. Het meer dat hierdoor ontstaat krijgt de naam Cranenweyer. Het is het enige stuwmeer van Nederland. Het meer krijgt op 30 augustus 1974 zijn naam. Het Kadasterboek Kerkrade van 1771 vermeldt een stuk land, gelegen an der Cranen weyer (weyer = vijver). Het behoort tot het domein van Kasteel Erenstein. De vijver zelf bevindt zich ter plaatse van het zuidelijk gedeelte van het tegenwoordige stuwmeer. De Cranenweier beslaat een oppervlakte van ongeveer 20 ha. Het heeft een regulerende functie (voorkoming van wateroverlast in de voormalige gemeente Eygelshoven en van overbelasting van de Worm) en een recreatieve functie. (Bron: Wikipedia)